Advocaat Vluchthaven-bewoners: gemeente Amsterdam nog hardvochtiger dan COA
Na een half jaar opvang te hebben geboden aan een deel van de vluchtelingengroep “Wij zijn hier” in de Vluchthaven, een oude gevangenis aan de Havenstraat, moeten de vluchtelingen van de gemeente Amsterdam weer de straat op. Gisteren diende daarover een kort geding, dat werd bijgewoond door een groot deel van de 114 Vluchthaven-bewoners, andere “Wij zijn hier”-vluchtelingen die in gekraakte panden zitten en een heleboel sympathisanten. De rechter doet op 20 juni uitspraak.
Met felgekleurde spandoeken trok de groep vluchtelingen en sympathisanten gezamenlijk op naar de rechtbank. Onderweg werden bekende leuzen geroepen als “Geen man, geen vrouw, geen mens is illegaal”. Ook lieten de vluchtelingen merken dat ze het beu zijn dat er zo met hen wordt gesold. Ze riepen “No more bla bla bla” en “Two years bla bla bla”, daarbij verwijzend naar de strijd voor een menswaardig bestaan die ze al twee jaar voeren met tentenkampen en vanuit kraakpanden in Amsterdam. Voor de ingang van de rechtbank ging het nog even door, waarbij iemand riep: “What do we want?” De rest: “A solution!” En: “When do we want it?” De rest: “Now!” Een variatie hierop was het samen roepen van “Freedom, freedom!”, gevolgd door “Right Now!” En met de handen omhoog, handpalmen in de richting van de rechtbank: “Remove our fingerprints!” Tegen sommige sympathisanten die op een afstandje stonden, werd gezegd: “Kom hier, laat je solidariteit zien! Kom bij ons staan!”
Megafoon
De energie buiten stond in schril contrast met het bureaucratische gebeuren binnen de rechtbank. Nadat iedereen eindeloos door de metaaldetectorpoortjes was geleid, werd men geacht om rustig plaats te nemen in de zittingszaal. De ongeveer 120 mensen pasten er maar ternauwernood in. Een aantal moest zelfs in het gangpad zitten of aan de achterkant tegen de muur staan. Gedurende de zitting was het erg stil. Iedereen moest zijn best doen om alles te kunnen horen, want de microfoons in de zaal waren stuk. “We hadden een megafoon, maar die moesten we achterlaten bij de beveiliging”, grapte een van de sympathisanten tegen de rechter.
De gemeente, aanwezig met twee ambtenaren en twee advocaten, stelde dat het Vluchthaven-gebouw per 1 juli leeg opgeleverd moest worden aan de rijksoverheid. “We hebben het geld niet om het langer open te houden”, zo stelde de waarschijnlijk niet goedkope gemeente-advocaat. Bovendien “is er dan geen personeel meer, die hebben allemaal een andere baan per 1 juli”. Ze wees ook nog fijntjes op het uithongeringsbeleid waardoor mensen zonder papieren zijn uitgesloten van overheidshulp. “Het is in strijd met de wet om deze groep op te vangen”, aldus de gemeente-advocaat. “Al deze mensen hebben een aanzegging Nederland te verlaten, en sommigen hebben ook nog een inreisverbod.”
Mensenrechtenschender
Maar de acties van de vluchtelingen van de afgelopen jaren hebben dat beleid van verpaupering steeds meer onder druk gezet. En hun advocaat Pim Fischer voert al jarenlang juridische strijd tegen deze Nederlandse apartheid. “Er is een ontwikkeling in de rechtspraak gaande”, zei hij gisteren. “In 2002 was er de totale uitsluiting van ongedocumenteerden, in 2006 besliste de rechter aan kinderen tenminste een uitkering te geven, in 2010 werd aan kwetsbare mensen zonder papieren toch recht op opvang toegekend, en in 2012 moest iemand worden opgevangen omdat hij het harde straatleven niet aankon.” Hij wees op de uitspraak van het Europees Comité voor de Sociale Rechten (ECSR) van oktober vorig jaar. Die bepaalt volgens Fischer dat “gemeenten samen met de nationale overheid alle maatregelen moeten treffen om onherstelbare schade aan de gezondheid door dakloosheid te voorkomen. Dat was vóórdat dit speelde: dat de gemeente een grote groep vluchtelingen massaal dakloos gaat maken. Dat gaat wel heel ver in het negeren van deze duidelijke opdracht.” Fischer weet dat de ECSR-beslissing “nog niet bindend is. Maar zodra de Nederlandse rechter de beslissing gaat overnemen wel. Met de ECSR-beslissing over dat kinderen niet op straat mogen worden gezet, is dat al gebeurd. Wil de gemeente Amsterdam echt als mensenrechtenschender bekend staan?”
De gemeente Amsterdam is maar al te goed op de hoogte van de juridische strijd van Fischer en zijn collega’s. “Advocaat Pim Fischer probeert al jaren de toetsingskaders van de gemeente op te rekken”, schamperde de gemeente-advocaat. Zoals in eerdere zaken, ging het ook nu weer over de rol van de GGD in de uitsluiting van dakloze illegalen. Fischer stelt dat de GGD de verkeerde vraag onderzoekt, namelijk alleen of iemand zo ziek is dat hij in een verpleeghuis moet worden opgenomen. Maar dat is wat anders dan onderzoeken of op straat leven schade aan de gezondheid toebrengt. Dat zou de vraagstelling moeten zijn, aldus Fischer. Het is merkwaardig dat dit individueel getoetst zou moeten worden. “Eerst krijg je trek, daarna heb je honger, en tenslotte ga je dood”, zei de advocaat hierover, waarmee hij aangaf dat het voor zich spreekt dat op straat leven schade toebrengt aan de gezondheid. Daarom had hij de Vluchthaven-bewoners eerder al aangeraden om zich niet opnieuw door de GGD te laten keuren. De gemeente-advocaat greep dat aan voor een persoonlijke aanval op de strijdbare advocaat: “Ik zet mijn vraagtekens bij de belangenbehartiging van deze groep mensen door de advocaat.” En in een vlaag van ongekende vijandigheid probeerde de gemeente de verantwoordelijkheid voor het op straat gooien van 114 vluchtelingen zelfs op Fischer af te schuiven: “De gemeente gaat zorgvuldig te werk. Het klinkt misschien hard, maar als de mensen op straat komen te staan, is het aan de advocaat te wijten.”
Een golf van verontwaardiging ging door de zaal. Fischer zelf bleef er kalm onder: “Ik word hier persoonlijk aangesproken. Maar het gaat om mijn cliënten. Zij staan straks op straat. Al deze mensen zijn extreem kwetsbaar. Alleen al omdat ze ongedocumenteerd zijn, zijn ze kwetsbaar. Ze zijn niet te vergelijken met Nederlandse daklozen met recht op een uitkering. Als het COA vluchtelingen uit het azc op straat zet, dan krijgen ze tenminste nog een treinkaartje om in een andere stad opvang te zoeken. Maar de gemeente Amsterdam is nog hardvochtiger dan het COA. Als deze mensen op straat komen te staan, dan hebben ze helemaal niets.”
Kraakverbod
Een van de Vluchthaven-bewoners, de Somalische Ilhaam, bevestigde dat. Ze vertelde dat veel vluchtelingen nog bezig zijn met het verzamelen van bewijzen voor procedures, en dat een groot deel van hen helemaal niet terug kan keren naar hun land van herkomst. “We hebben besloten de Vluchthaven niet te verlaten. Want waar gaan we heen? Op straat komen is geen optie. Dat is geen leven. Dan hebben we geen eten of drinken. Als vrouw is het helemaal moeilijk. Als we ziek zouden zijn, dan zegt de gemeente dat we wel opvang zouden krijgen. We zijn allemaal ziek. Ziek van de onzekerheid en stress.”
De gemeente bagatelliseerde deze situatie van de vluchtelingen voortdurend. “Het merendeel van deze groep is redelijk zelfstandig. Via de kraakbeweging vonden ze telkens onderdak. Voedsel en hulp werden geregeld.” Afschuiven dus weer, nu op krakers en andere inwoners van Amsterdam. Fischer: “Is het kraakverbod soms opgeheven in de gemeente Amsterdam? Ik kan mijn cliënten toch niet aanraden de wet te overtreden?” Helemaal bont maakte de gemeente het door te doen alsof de vluchtelingen “in alle vrijheid hadden besloten van de pilot gebruik te maken”. Na de ontruiming van het zoveelste kraakpand in november kregen de vluchtelingen de “keuze” tussen een half jaar hulp of per direct op straat verrekken. Dat is natuurlijk geen keuze, maar smerige chantage waarbij met het mes op de keel vluchtelingen worden gedwongen om een wurgcontract te tekenen. Maar volgens de gemeente is er “geen sprake van misbruik van omstandigheden”. Nu het half jaar opvang in de Vluchthaven voorbij is, beroept de gemeente zich er doodleuk op dat er “altijd al was afgesproken dat het gebruik tijdelijk zou zijn”. Oftewel: de vluchtelingen zouden zich aan die schandalige “afspraak” moeten houden en zichzelf dakloos moeten maken.
Nek uitsteken
Alle voorstellen van Fischer om de zaak langer aan te houden werden door de gemeente steevast afgewezen. Men wilde zelfs niet wachten op het Tweede Kamer-debat over de motie die begin deze week door GroenLinks, ChristenUnie, D66 en de SP in de Tweede Kamer is ingediend om “het project Vluchthaven met ten minste zes maanden te verlengen.” Dat debat is op 2 juli, slechts één dag na de door de gemeente beoogde “bezemschone” oplevering van de oude bajes.
Het woord is nu aan de rechter die op 20 juni haar beslissing bekend zal maken. De kans dat de vluchtelingen het kort geding winnen, is niet zo groot, gezien het arsenaal aan regelgeving dat vrijwel altijd in hun nadeel werkt. Zo zijn de regels ook bedoeld. Maar het is te hopen dat de rechter is geraakt door de verhalen van de vluchtelingen en het pleidooi van hun advocaat voor een menswaardig bestaan. Het wordt hoog tijd dat een Nederlandse rechter moedig genoeg is om zijn nek uit te steken en zich op basis van de nu al gezaghebbende ECSR-beslissing uitspreekt voor blijvende opvang van de vluchtelingen. Het is niet moeilijk, ingewikkeld of buitensporig wat de vluchtelingen en wij als sympathisanten eisen: een menswaardig bestaan. In de woorden van een van de vluchtelingen: “Wij staan al twee jaar op straat. Wij zijn mensen, wij hebben mensenrechten. Ook nu, ook hier!”
Mariët van Bommel